Sociale angststoornis

Als je last hebt van een sociale angststoornis ben je bang voor enkele of meerdere sociale situaties. Beoordeling door anderen of de mogelijkheid om jezelf belachelijk te maken, door bijvoorbeeld te blozen of te zweten, kan enorme angst oproepen. Een sociale angststoornis komt bij ongeveer 9.3% van de Nederlandse bevolking voor.

Specifieke fobie

Een specifieke fobie kan op van alles gericht zijn maar in de praktijk zien we vooral vaak angst voor dieren, angst voor hoogtes, vliegangst, claustrofobie en angst voor medische ingrepen. Als je een specifieke fobie hebt dan kun je blootstelling aan het dier, de situatie of het object alleen verdragen met intense angst. Terwijl het helemaal niet gevaarlijk hoeft te zijn. Specifieke fobieën komen bij ongeveer 10% van de Nederlandse bevolking voor.

Paniekstoornis en agorafobie

Als je een paniekstoornis hebt kan plotseling een intense angst je bekruipen. We noemen dit paniekaanvallen. Dit is een korte overweldiging van intense angst. Je maakt je hierna regelmatig zorgen over het krijgen van nog zo’n overweldiging; paniekaanval. Indien je bepaalde situaties vermijdt vanwege de angst om een paniekaanval te krijgen dan is er sprake van een paniekstoornis met agorafobie. Een paniekstoornis komt bij ongeveer 3,5% van de Nederlandse bevolking voor.

Gegeneraliseerde angststoornis (GAS)

Als je een gegeneraliseerde angststoornis hebt dan maak je je voortdurend zorgen en ervaar je klachten zoals angst en zenuwachtigheid zonder dat er een duidelijke aanwijzing voor is. Je piekert over vaak simpele dagelijkse bezigheden en mogelijke toekomstige gevaren. Daarnaast ervaar je met een gegeneraliseerde angststoornis ook vaak lichamelijk klachten. Een gegeneraliseerde angststoornis komt ongeveer bij 2,3% van de Nederlandse bevolking voor.

Obsessieve-compulsieve stoornis(OCS)

Bij een obsessieve-compulsieve stoornis heb je steeds terugkerende dwanggedachtes en/of dwanghandelingen waardoor het dagelijks functioneren beperkt wordt. Dwanggedachten zijn terugkerende of aanhoudende gedachten die angst oproepen. Deze gedachtes voelen vaak als dwingend en onbenullig en gaan over alledaagse problemen. De dwanghandelingen vinden plaats als reactie op van deze dwanggedachten. Op deze manier probeer je de dwanggedachtes te neutraliseren. Een obsessieve-compulsieve stoornis komt ongeveer bij 2,3% van de Nederlandse bevolking voor.

Posttraumatische stressstoornis (PTSS)

Je kunt een Posttraumatische stressstoornis ontwikkelen als je na het meemaken van een vervelende gebeurtenis last hebt van herbelevingen, vermijden en gespannenheid. Mensen met een posttraumatische stressstoornis hebben veel last van een schokkende gebeurtenis die zij hebben meegemaakt. Een posttraumatische stressstoornis komt bij ongeveer 7% van de Nederlandse bevolking voor.