Skip to main content
search
0
stotteren

Iedereen heeft wel eens iemand ontmoet die stottert. Bij sommige mensen is dat stotteren heel erg, bij andere mensen valt dat stotteren juist best wel mee. In dit artikel gaan we het hebben over stotteren, dat tegenwoordig weer gezien wordt als een psychologische aandoening.

In dit artikel gaan we het eerst hebben over de definitie van stotteren. Daarna gaan we het over de behandeling van stotteren hebben en tot slot over de ontwikkelingen rondom stotteren binnen de psychologie.

Wat is stotteren?

Stotteren wordt gedefinieerd als het haperen, overslaan, verlengen of herhalen van klanken op een manier die de communicatie hindert. Stotteren wordt dus puur gedefinieerd als wat het aan de oppervlakte is. Iemand die stottert wordt dus omschreven op basis van wat hij aan spraak produceert en niet wat hij voelt of denkt.

Waar stotteren door veroorzaakt wordt is nog niet helemaal bekend. Er zijn aanwijzingen dat stotteren een genetische component heeft. Stotteren is dan een aangeboren spraakaandoening die er voor zorgt dat de spraak hapert.

Er zijn echter ook aanwijzingen dat stotteren een angstprobleem is. Veel mensen die stotteren kunnen namelijk vloeiend spreken op het moment dat ze alleen zijn. Dat wijst er op dat de haperende spraak vooral wordt veroorzaakt door de angst om te gaan stotteren.

Een theorie die beide oorzaken overweegt gaat er vanuit dat er bij stotteren over het algemeen sprake is van een aangeboren haperende spraak (het primaire stotteren) die wordt verergerd door een angst voor dat stotteren (het secundaire stotteren). De meeste stottertherapieën richten zich op de behandeling van de secundaire stotteren omdat er aan het primaire stotteren weinig te doen valt.

Hoe kun je stotteren behandelen?

Er is veel controverse over de behandeling van stotteren. Er zijn een aantal therapeuten en logopodisten die bezweren dat ze waarheid in pacht hebben. Uit onderzoek blijkt dat er niet een therapie is die in alle gevallen werkt. Wel blijkt dat mensen die therapie gevolgd hebben over het algemeen minder stotteren dan mensen die geen therapie hebben gevolgd. Het is dus zeker aan te raden om therapie te volgen.

Therapie heeft over het algemeen de volgende componenten:

  • Met klankverlenging spreken. Dit is een methode die helpt om weer zonder haperingen te spreken. Het blijkt dat enige oefening hiermee ook kan helpen om het primaire stotteren tegen te gaan.
  • Om leren gaan met angst. Veel mensen die stotteren zijn erg bang om te gaan stotteren. Een onderdeel van de therapie is om beter te leren omgaan met deze angst.
  • Support van anderen. Voor veel mensen die stotteren is het prettig om in contact te komen met anderen die stotteren. Daardoor kunnen ze leren dat stotteren zo erg nog niet is.

Een goede stottertherapie is daarom eigenlijk altijd een groepstherapie. In een groep met mensen die stotterklachten hebben kun je namelijk enorm veel leren over je problemen.

Is stotteren een psychologische aandoening?

In de DSM-IV (het handboek waar psychologische stoornissen in beschreven staan) stond stotteren beschreven als uitsluitende voorwaarde voor een sociale angststoornis. Om met andere woorden in aanmerking te komen voor een sociale angststoornis, mocht er geen sprake zijn van stotterproblematiek.

In de DSM-V (de nieuwe versie van het handboek) is deze voorwaarde weggenomen. Mensen kunnen nu ook met een sociale angststoornis gediagnosticeerd worden wanneer ze wel stotteren.  Dat ligt ook voor de hand, omdat veel van het stotteren waarschijnlijk veroorzaakt wordt door sociale angst.

Mensen die stotteren maken zich namelijk erg zorgen over wat anderen van hun denken. Dat is een typisch symptoom van sociale angst. Het ligt voor de hand om dan ook wat te gaan doen aan die angst en niet alleen aan de spraak. In de toekomst zal er dus waarschijnlijk ook een psycholoog bij de behandeling van stotteren betrokken worden.

Robert Haringsma

Robert Haringsma is psycholoog en onderzoeker. Hij schrijft over onderwerpen als stress, zelfvertrouwen, depressie en angst.

2 Comments

  • Isaac schreef:

    Beste Robert,

    Ik lees hetvolgende: “In de DSM-V (de nieuwe versie van het handboek) is deze voorwaarde weggenomen. Mensen kunnen nu ook met een sociale angststoornis gediagnosticeerd worden wanneer ze wel stotteren. Dat ligt ook voor de hand, omdat veel van het stotteren waarschijnlijk veroorzaakt wordt door sociale angst.”

    Ik ben zelf een stotteraar. Ik weet waar ik over praat. Een gevolg van stotteren is sociale angst. Het is niet de oorzaak.

    Verder lees ik: “Mensen die stotteren maken zich namelijk erg zorgen over wat anderen van hun denken. Dat is een typisch symptoom van sociale angst.” Ja daag, zo lust ik er nog wel één. Wat een neerbuigende opmerking. Iedereen maakt zich zorgen wat anderen van hun denken als hun gedrag ongewild afwijkend is. Laat jij je broek maar eens zakken voor een groot publiek. Eens kijken wat jij dan vindt en zegt.

    • Robert Haringsma schreef:

      Dag Isaac,

      Vervelend dat het zo negatief over is gekomen.

      Ik stotter zelf ook, dus ik neem het onderwerp erg serieus.

      Ik vind het niet vreemd dat iemand die stottert sociaal angstig is, ik vind het net als jij zelfs logisch. Het punt is dat die sociale angst het stottern vaak erger maakt. Zoals ze bij Hausdorfer zeggen: “De wens om niet te stotteren veroorzaakt het stotteren”. Oftewel: zodra jij enorm kracht gaat zetten om die zin er toch uit te krijgen, blokkeert dat juist je spraak. Zodra je wat meer lak aan je stotteren kunt krijgen, maakt dat het stotteren vaak minder erg.

      Dan kan het nog steeds zijn dat er primair stotteren overblijft, maar dat is meestal een stuk minder heftig.

      Hoop dat ik daarmee de angel er wat uitgehaald heb.

Leave a Reply