Wanneer je allerlei klachten hebt die samengaan met hyperventilatie, heet dit ook wel het hyperventilatiesyndroom. Al in de jaren negentig 1 werd er onderzoek gedaan naar deze term, maar inmiddels kunnen we zeggen dat dit verouderd is.
Tegenwoordig krijg je vaak de diagnose hyperventilatie als je aan een paniekstoornis lijdt, maar dat is niet altijd juist.
In dit artikel leg ik uit:
- Wat ooit werd gedacht dat het hyperventilatiesyndroom was
- Hoe de ideeën over hyperventilatie weerlegd zijn
- Welke ademhalingsklachten er bestaan
- Dat hyperventilatieklachten eigenlijk paniekklachten zijn
- Wat je kunt doen om die klachten te genezen
- Wat je daarbij absoluut moet zien te vermijden
Inhoudsopgave
Hyperventilatie oorzaken
Onderzoek naar hyperventilatie
Wat is hyperventilatie dan wel?
Angst als leidraad voor een paniekaanval
Hyperventilatie test
Hyperventilatie behandeling
Drie tips om paniekklachten de baas te zijn
Anders leren denken
Ander gedrag vertonen
Beter met angst leren omgaan
Drie tips voor naasten
Schrik niet
Stel vragen (en lees je in) over hyperventilatie
Let op jezelf
Psychologische behandeling hyperventilatie
Training Geen Paniek
Zoals je in dit artikel leest, is hyperventilatie eigenlijk een andere term voor de paniekstoornis. Wij bieden een online training aan waarin je in zes weken een totale behandeling doorloopt om van je paniekaanvallen af te komen.
Hyperventilatie oorzaken
De grootste fout die mensen met hyperventilatie maken, is dat ze het mentale gedeelte van hun klachten over het hoofd zien. Daardoor missen ze behandelmethoden die bewezen effectief zijn. Ademhalingsoefeningen alleen, zijn namelijk bijna nooit voldoende om je klachten aan te pakken.
Het idee achter hyperventilatie is dat er iets verkeerd gaat met je ademhaling, waardoor je duizelig, misselijk of kortademig wordt. Hyperventilatie betekent letterlijk ‘over-ademen’.
Als je op een normale manier ademhaalt, komt er lucht in de longen die relatief veel zuurstof bevat en relatief weinig koolstofdioxide. De zuurstof wordt opgenomen in je longen en de koolstofdioxide adem je uit.
Wanneer je nu teveel ademhaalt, komt er veel meer zuurstof binnen dan dat er koolstofioxide binnenkomt. Je lichaam slaat dan alarm omdat de balans verstoord is. Dat veroorzaakt allerlei lichamelijke klachten zoals:
- Duizeligheid of een licht gevoel in je hoofd
- Snelle hartslag
- Trillen
- Klotsende oksels
- Benauwdheid of kortademigheid
- Tintelingen in je ledematen
- Een gejaagd en angstig gevoel, innerlijke onrust
Heb je last van een hyperventilatie-aanval, dan wordt je aangeraden om in een zakje te ademen. Het idee hierachter is dat je koolstofdioxide uitademt. Als je die in het zakje ademt en vervolgens weer inademt, krijg je dus veel meer koolstofdioxide binnen. Daardoor kan de balans weer hersteld worden.
Een heldere theorie op het eerste gezicht, maar onderzoek bewees dat er iets anders aan de hand is.
Onderzoek naar hyperventilatie
Slimme wetenschappers wilden testen of de theorie over hyperventilatie klopte. Daarvoor hadden ze een simpel testje bedacht.
Ze deelden mensen met hyperventilatie op in twee groepen:
- De eerste groep kreeg een papieren zak om in te ademen.
- De tweede groep kreeg exact dezelfde papieren zak. Hierin waren echter kleine gaatjes gemaakt die er voor zorgden dat de koolstofdioxide de zak kon verlaten en zuurstof de zak kon binnenkomen.
Beide groepen kregen de instructie om een hyperventilatie-aanval op te roepen. Daarna moesten ze de zak gebruiken om weer tot rust te komen.
Nu komt het: beide groepen gaven aan dat het ademen in de zak hielp om weer rustiger te worden.
De zak hielp dus niet om de zuurstof/koolstofdioxide balans in het bloed weer te herstellen. Eerder was er sprake van een geruststellend gevoel dat het ademen in de zak gaf.
Later is er nog veel meer onderzoek gedaan, waarbij mensen onder andere werden uitgerust met meters die continu de koolstofdioxide-waarden in het bloed in kaart brachten. Ook hieruit bleek dat mensen die een hyperventilatie-aanval kregen, geen verstoorde bloedwaarden hadden.
Is het ademen in een zakje dan wel nodig? Onderzoek wijst uit van niet. Sterker nog, het kan de symptomen zelfs erger maken. Het langdurig ademen in een zakje kan ervoor zorgen dat je te weinig zuurstof krijgt. Onderzoekers raden dan ook aan om dit nooit te gebruiken als manier om met je klachten om te gaan.
Wat is hyperventilatie dan wel?
Als je hyperventilatieklachten niet veroorzaakt worden door een verkeerde manier van ademen, waar worden ze dan wel door veroorzaakt? En waarom is dat eigenlijk zo belangrijk?
Tegenwoordig gaan we er vanuit dat symptomen van hyperventilatie wijzen op een angststoornis. Specifiek de paniekstoornis. Deze ontstaat wanneer mensen normale gevoelens van angst verkeerd beoordelen en daardoor in paniek raken. Je zou dan kunnen zeggen dat hyperventilatie en een paniekaanval hand in hand gaan.
Angst als leidraad voor een paniekaanval
Bij een paniekstoornis heb je meerdere paniekaanvallen in een bepaalde periode. Je ervaart ‘zomaar’ angst. Tijdens zo’n paniekaanval ervaar je dezelfde symptomen als bij hyperventilatie. Je gaat zweten, krijgt hartkloppingen en gaat misschien trillen. Ook wordt je ademhaling onregelmatiger.
Angst zorgt er voor dat je in een ‘fight or flight’-modus terecht komt. Je lichaam richt zich slechts op twee zaken: vechten of vluchten. Dat kan er bijvoorbeeld voor zorgen dat je sneller gaat ademen, maar dat ademen is niet de oorzaak van het gevoel. Het is eerder andersom: het gevoel veroorzaakt het snelle ademen.
Waarom is dat nu zo belangrijk om te weten? Omdat deze kennis je veel meer handvaten geeft om je klachten te behandelen. Mensen die denken dat ze hyperventilatie hebben, richten zich bijna altijd op het controleren van hun ademhaling. Rustiger ademen kan er inderdaad voor zorgen dat je minder angstig raakt, dus op zich is dat geen slecht idee. Maar er zijn nog veel meer dingen die je kunt doen om je paniekaanvallen tegen te gaan.
Hyperventilatie test
Misschien heb je bij je huisarts (of zelfs in het ziekenhuis) een test gedaan waaruit blijkt dat je wel degelijk hyperventilatie hebt. De zogenaamde hyperventilatieprovocatietest. Uit onderzoek is gebleken dat die het hyperventilatiesyndroom niet goed voorspelt 1. Ondanks dat kan deze test wel ademhalingsproblemen onthullen.
De kern van dit artikel is de vraag: worden je hyperventilatieklachten niet beter verklaard door een paniekstoornis? Daarom kun je hieronder testen of je voldoet aan de symptomen van deze stoornis. In 95% van de gevallen doet deze test een goede voorspelling.
Komt er uit de test dat je waarschijnlijk last hebt van een paniekstoornis? Dan is het de moeite waard om eens te kijken naar de mogelijkheden om hiervoor behandeld te worden. Wij bieden onze “Training Geen Paniek” aan, specifiek voor deze klachten. Hieronder leg ik uit hoe de behandeling van paniekklachten ongeveer in zijn werk gaat.
Hyperventilatie behandeling
Ik hou hier nog even de term ‘hyperventilatie’ aan, omdat je met de behandeling van een paniekstoornis zowel hyperventilatie als paniekklachten kunt aanpakken.
Hyperventilatie behandeling is eigenlijk een kwestie van symptoombestrijding. Door rustiger te leren ademhalen, ga je stoppen met hyperventileren.
Goed leren ademhalen kan nooit kwaad. Je kunt hier dus prima mee starten. Later kun je eventueel overstappen op een meer uitgebreide behandeling voor een paniekstoornis.De behandeling van paniekklachten gaat veel meer in op de onderliggende oorzaken. Waarom beginnen mensen eigenlijk te hyperventileren? Wat maakt dat deze klachten in stand blijven?
Zoals je hebt gelezen, is de paniekstoornis een angststoornis. Mensen die paniekklachten hebben, zijn vaak erg bang om weer een paniekaanval te krijgen. Daarom doen ze twee dingen:
- Ze gaan situaties uit de weg waarin ze paniekaanvallen kunnen krijgen. Zoals bijvoorbeeld de bioscoop of de supermarkt.
- Ze houden hun lichaam continu in de gaten om paniekaanvallen snel op te kunnen sporen.
Onbewust houd je de problemen zelf in stand door je eigen angst. Doordat je situaties uit de weg gaat, ga je nooit ontdekken dat een paniekaanval niet het einde van de wereld is. Als je altijd op scherp staat, ontdek je snel iets aan (of in) je lichaam wat ‘niet klopt’ of ‘vreemd’ is. Maar dat is meestal omdat je jouw lichaam heel erg in de gaten houdt. Of niet vertrouwt.
Zo komen mensen in een vicieuze cirkel terecht die hun klachten alleen maar erger maken.
Drie tips om paniekklachten de baas te zijn
Vermijd je vaak situaties of ben je teveel met je lichaam bezig, dan kan ik je geruststellen. Want er is wel degelijk iets aan te doen.
Hieronder bespreek ik drie manieren om je angst aan te pakken. Deze technieken volgen de laatste wetenschappelijke inzichten en de richtlijnen voor de behandeling van paniekstoornissen van het Trimbos Instituut.
1. Anders leren denken
Mensen die paniekaanvallen hebben, zijn er vaak van overtuigd dat ze iets ernstigs gaan meemaken. Cliënten die eerder de diagnose hyperventilatie hebben gehad, hebben dat vaak nog erger. Hyperventilatie geeft tenslotte aan dat er iets misgaat met je ademhaling.
Toch zijn paniekaanvallen volstrekt onschuldig. Ik kan je op basis van mijn behandelervaring in ieder geval een paar garanties geven:
- Je zult niet flauwvallen tijdens een paniekaanval.
- Er is nog nooit iemand gek geworden van het hebben van teveel paniekaanvallen.
- Paniekaanvallen zijn onschadelijk. Je krijgt er geen lichamelijke problemen van.
- Paniekgevoelens wijzen niet op het hebben van een hartaanval.
Ik begrijp natuurlijk ook wel dat je dit niet zomaar van me aan wil nemen. Daarom raad ik iedereen aan om de huisarts te bezoeken voordat je gaat beginnen aan de behandeling van een paniekstoornis.
Daarnaast is het zo dat de praktijk vaak een veel betere leermeester is dan de theorie.
2. Ander gedrag vertonen
Als je echt wilt ontdekken hoe het zit met je paniekaanvallen, zul je moeten experimenteren in de praktijk. Grappig genoeg gebruiken we daarvoor een oefening die ook wordt voorgeschreven aan mensen met hyperventilatie.
Neem plaats op een stoel (later mag je er ook bij gaan staan als extra moeilijkheidsgraad) en adem zo lang als je durft diep in en uit. Je zult merken dat dit al snel hele rare gevoelens veroorzaakt. Laat deze zo hoog mogelijk oplopen. Als je echt niet meer verder durft, mag je weer normaal gaan ademhalen. Bekijk nu eens wat het verloop van de vervelende gevoelens is. Blijven ze lang hangen? Zorgen ze ervoor dat je flauwvalt? Kun je de gevoelens niet aan?
Met bovenstaande oefening zul je vanuit een veilige omgeving (thuis) snel kunnen ervaren dat paniekaanvallen eigenlijk helemaal niet zo beangstigend zijn. Als je dat eenmaal thuis hebt ervaren, is het nog maar een kleine stap om dit ook in de dagelijkse praktijk te gaan brengen.
Dit doe je door bewust situaties op te zoeken waarin je vaak paniekaanvallen krijgt. Doe dit niet direct in de meeste spannende situaties, maar bouw dit langzaam op. Zo kun je stap voor stap ontdekken dat paniekaanvallen buitenshuis ook geen rampen voorspellen.
3. Beter met angst leren omgaan
Binnen de behandeling van de paniekstoornis is een bekend fenomeen de ‘angst voor de angst’. Veel cliënten die last hebben van paniekaanvallen, kunnen moeilijk omgaan met angstige gevoelens. Ze willen daar het liefst zo ver mogelijk vandaan blijven.
Met behulp van mindfulness technieken kun je leren om beter met deze gevoelens om te gaan. Je leert dan om gevoelens niet weg te drukken, maar ze juist te onderzoeken. Als je dat doet, ontdek je vaak al gauw dat er eigenlijk niet zoveel is om bang voor te zijn.
Ook voor mensen met pure hyperventilatieklachten (dus klachten die veroorzaakt worden doordat ze klachten met hun luchtwegen hebben) kunnen baat hebben bij deze technieken. Problemen met je luchtwegen zijn namelijk niet altijd direct te voorkomen. Als je dan beter met de gevolgen kunt omgaan, is dat al een hele vooruitgang.
Drie tips voor naasten
Misschien denk je dat hyperventilatieklachten jouw probleem zijn. Niets is minder waar, want je werk en sociale leven kunnen er ook flink onder lijden.
Het is daarom goed om je partner, familie en gezinsleden op de hoogte te stellen van jouw paniekaanvallen. In ieder geval de personen die je geregeld ziet.
Ken je zelf iemand met paniekaanvallen, dan zijn onderstaande tips heel handig:
1. Schrik niet
Misschien ben je geneigd om zelf ook in paniek te raken als iemand bij jou in de buurt een paniekaanval krijgt. Door dit te doen, help je de ander niet. Blijf dus zelf rustig en probeer de leiding te houden. Wat kan helpen, is bedenken dat paniekaanvallen in de regel ongevaarlijk zijn.
2. Stel vragen (en lees je in) over hyperventilatie
Dit zijn eigenlijk twee tips in een. Aan de ene kant is het belangrijk om te vragen naar hoe je die persoon kunt helpen, maar het ook verstandig om jezelf in te lezen. Zoek bijvoorbeeld eens naar sites met meer algemene informatie, of lees verhalen van personen en naasten die het ook meemaken. Hierdoor krijg je vaak meer begrip voor de situatie.
3. Let op jezelf
Als je samenleeft met iemand die vaak paniekaanvallen krijgt, kan het lastig zijn om hier niet in meegenomen te worden. Bewaak dus je eigen grenzen. Je kunt de ander helpen en steunen, maar het is belangrijk dat de paniekaanvallen geen onderdeel van jou worden.
Psychologische behandeling hyperventilatie
In dit artikel onderscheid ik pure hyperventilatieklachten en klachten die te maken hebben met een paniekstoornis. Als psycholoog kan ik niet veel voor je betekenen als het gaat om hyperventilatieklachten die worden veroorzaakt door je luchtwegen.
Wanneer je op basis van dit artikel denkt dat je klachten psychologisch van aard zijn, kunnen we zeker iets voor je betekenen. In dat geval raad ik je heel erg onze “Training Geen Paniek” aan. In deze training doorloop je in zes weken de behandeling voor paniekstoornissen. Daarbij wordt je ondersteund door een van onze psychologen. Lees hier meer over de training.
Wil je liever direct in gesprek met een psycholoog? Meld je dan aan voor een intakegesprek. Dat kan op onze contactpagina.