Iedereen heeft een opvoeding nodig. Ouders spelen daar een belangrijke rol in. Op internet circuleren er veel opvoedtips en technieken die het gedrag van je kind kunnen beïnvloeden. De ene techniek zou nog beter werken dan de andere.
Het kan gebeuren dat je op een bepaald moment vastloopt in de opvoeding. Je hebt misschien behoefte aan professionele ondersteuning, omdat je kind bijvoorbeeld in een bepaalde leeftijdsfase zit. In dit artikel gaan we dieper in op het begrip ‘opvoeding’, en nemen we je mee in de wonderlijke wereld van opvoedmethodes.
Wat houdt de opvoeding in?
Wanneer je op zoek gaat naar de term ‘opvoeding’, kom je een aantal kernwoorden tegen: grootbrengen, ontwikkeling, zelfstandig en educatie.
Voegen we dit samen in een mooie zin, dan kun je opvoeden omschrijven als: ‘je kind ondersteunen in zijn ontwikkeling naar zelfstandige volwassene.’
De opvoeding is meer dan alleen de invloed van ouders. Het is een samenspel. Kort gezegd bestaat de opvoeding uit een combinatie van de ouders, sociale omgeving en leefsituatie.1
De invloed van ouders
Je leert jouw kind normen en waarden aan die voor jou belangrijk zijn. Jouw invloed daarin is groter dan je denkt. Daarom is het ook zo belangrijk om zelf het goede voorbeeld te geven: je kind ziet namelijk jouw gedrag, denkt dat het zo hoort en doet dit na.
De invloed van de sociale omgeving
Al op jonge leeftijd komt jouw kind in aanraking met leeftijdsgenoten, bijvoorbeeld bij de kinderopvang of speeltuin. Op latere leeftijd wordt de invloed hiervan nog groter. Je kind wil bijvoorbeeld onderdeel zijn van een groep, en voelt groepsdruk.
Daarnaast spelen familieleden, kennissen en leraren een belangrijke rol. Wat je kind leert op school (en later op het werk), is belangrijk voor zijn ontwikkeling.2
Wat ook steeds belangrijker wordt op latere leeftijd, is sociale media en reclames. Veel kinderen spiegelen zich hier onbewust aan. Ze denken bijvoorbeeld dat wat ze online zien, ook de realiteit is.
De invloed van de leefsituatie
De plek waar je kind opgroeit én de leefsituatie zijn beiden belangrijk. Het kan verschil uitmaken als je kind opgroeit in de stad, of juist op het platteland. En of je kind in een veilige, stabiele omgeving opgroeit, of juist niet.
Daarnaast is iedere gezinssituatie anders. Sommige kinderen groeien alleen op, zonder broertjes en zusjes. Of ze hebben een broertje of zusje dat erg veel zorg nodig heeft.
Andere kinderen maken mee dat een van de ouders chronisch ziek wordt, of zelfs overlijdt. Misschien maken ze een scheiding mee, of merken ze dat er minder ruimte is voor leuke vakanties en uitjes. Bijvoorbeeld omdat ouders financiële zorgen hebben.
Niet ieder kind is even gevoelig voor zulke veranderingen in de leefsituatie. Dit heeft onder andere met aanleg te maken, maar ook met de leeftijd. Een baby zal er bijvoorbeeld weinig van meekrijgen.
Naarmate kinderen ouder worden, zie je dat ze zich steeds meer individueel gaan ontwikkelen. Ze leren veel over zichzelf en zetten belangrijke stappen in hun leven.
Als ouder ondersteun je het complete proces van opvoeden. Je geeft je kind alle informatie, advies en emotionele steun die hij nodig heeft, en helpt bij het oplossen van problemen. Zodat je kind uiteindelijk tot een zelfstandige volwassene opgroeit.
Normen en waarden in de opvoeding
Een interessante vraag die je jezelf kunt stellen, is: ‘hoe voed ik mijn kind eigenlijk op?’ Vaak zie je dat er meerdere waarden naar boven komen drijven, die je belangrijk vindt om te stimuleren.3
Waarden zijn opvattingen die gaan over de omgang met elkaar. Zoals respect hebben voor andere meningen, gevoelens en ideeën. Uit waarden komen de normen, ook wel gedragsregels, naar voren. Een regel (norm) is bijvoorbeeld dat je iemand niet veroordeelt op basis van geloofsovertuiging.
Veel normen en waarden uit onderstaand lijstje zul je vast herkennen. Bijvoorbeeld omdat je het zelf belangrijk vindt en toepast binnen de opvoeding.
- Zelfstandigheid
- Veiligheid
- Rust
- Regelmaat
- Structuur
- Consequentheid
- Verantwoordelijkheidsgevoel
- Empathie
- Betrouwbaarheid (niet liegen, doen wat je belooft)
- Mondigheid (opkomen voor zichzelf)
- Doorzettingsvermogen
- Respect voor jezelf, de natuur en anderen
- Goede (tafel)manieren
- Beoordelingsvermogen (of iets ‘goed’ of ‘slecht’ is)
- Ambitie (doelen en dromen nastreven)
- Beleefd zijn tegen anderen
- Mensen in nood helpen
- Dankbaarheid
- Vertrouwen
Tip: bedenk welke normen en waarden jij doorgeeft. Wat vind je belangrijk, en wat zou je liever weglaten in de opvoeding?
Welke manieren van opvoeden zijn er?
Niet iedereen denkt hetzelfde over de opvoeding. Zelfs binnen een gezin bestaan er verschillen. Er is dus zeker geen algemene manier van opvoeden die voor iedereen werkt.
De ene ouder kijkt vooral naar de dingen die niet goed gaan, terwijl de andere ouder juist in mogelijkheden en oplossingen denkt. Dit ligt bijvoorbeeld aan de manier waarop je zelf bent opgevoed.
Verschillende opvoedingsstijlen
Opvoedingsstijlen zijn manieren waarop je jouw kind opvoedt. Je doet dit vanuit een bepaalde overtuiging of vanuit normen en waarden die je zelf hebt geleerd.
Er zijn twee uiterste manieren van opvoeden. Je kunt heel strikt zijn of de teugels laten vieren. Door een mix hiervan ontstaan er in totaal vier opvoedingsstijlen, namelijk:
Autoritair
Bij een autoritaire opvoedingsstijl ben je zeer dominant en druk je jouw mening door. De nadruk ligt op verbieden en straf. Jij bepaalt wat er gebeurt en houdt de controle. Je hebt hoge verwachtingen van je kind en toont weinig empathie.
Gezaghebbend
Bij deze opvoedingsstijl maak je jouw kind bewust van duidelijke regels en grenzen. Daarin ben je redelijk. Daarnaast geef je uitleg waarom je iets doet en ben je juist heel invoelend en meelevend. Je kind kan met vragen of problemen bij jou terecht.
Gezaghebbend kun je zien als een combinatie van de autoritaire en meegaande opvoedingsstijl. Aan de ene kant heb jij de regie, maar aan de andere kant ben je wel emotioneel betrokken en geef je steun.
Meegaand (laissez faire)
Deze opvoedingsstijl wordt ook wel ‘laissez faire’ genoemd (oftewel Frans voor ’laat maar zo’). Je vindt het vooral belangrijk wat je kind wil en handelt daar ook naar. Je cijfert jezelf eigenlijk weg en toont veel liefde en warmte. Duidelijke regels en grenzen zijn er meestal niet, of heel weinig.
Verwaarlozend
Eigenlijk is dit geen opvoeden te noemen. Je laat je kind namelijk compleet aan zijn lot over. Er zijn weinig regels en je geeft jouw kind geen persoonlijke aandacht.
Maarten (37) is vader van Bas (5). Bas heeft een sterke wil. Meestal geeft Maarten daar aan toe. Sinds de scheiding met zijn ex-vrouw, ziet hij zijn zoontje alleen in het weekend en in vakanties. Als Bas bij hem is, beloont hij hem met speelgoed, snoep, dagjes weg en aandacht. Meestal zomaar, zonder dat Bas daar iets voor hoeft te doen. Maarten vindt het belangrijk dat Bas gelukkig is, dus stelt hij zijn behoeften voorop. Ook krijgt Bas bijna nooit straf.
Bas weet dat hij van alles krijgt als hij bij zijn vader is. En dat ze dan altijd dagjes weggaan, zoals naar een pretpark of dierentuin. Daarnaast mag hij van zijn vader altijd tot heel laat opblijven. Net zolang totdat hij zelf naar bed wil gaan.
Op school heeft Bas vaak ruzie met klasgenootjes als hij zijn zin niet krijgt. Hij kan moeilijk met zijn emoties omgaan, waardoor hij regelmatig driftbuien heeft.
In dit geval is er sprake van een laissez faire opvoedingsstijl. Vooral na een scheiding kan de opvoedingsstijl soms veranderen. Bijvoorbeeld omdat je jouw kind minder ziet dan je zou willen. Je voelt je misschien schuldig, waardoor je jouw kind extra verwent.
Een positieve opvoeding
Naast deze opvoedingsstijlen heb je de Triple P methode. Een andere term hiervoor is ook wel ‘positief opvoeden’. Met een positieve opvoeding geef je vooral aandacht aan de kwaliteiten van je kind. Je legt de focus meer op beloning, en minder op straf. Een beloning hoeft geen duur cadeau te zijn. Een complimentje of schouderklopje vind je kind ook fijn om te krijgen.
Als je al moet straffen, dan gaat dit meestal op een gepaste en duidelijke manier. Dus zonder een flinke tik uit te delen of erg boos te worden. In je communicatie blijf je duidelijk en rustig. Je zegt bijvoorbeeld wat je graag wil, in plaats van wat je niet wil. En als je kind vervelend blijft doen, zet je hem in de hoek.
Tip: probeer je kind twee opties te geven. Bijvoorbeeld: eerst jas aan en dan schoenen, of andersom.Een positieve opvoeding heeft veel overeenkomsten met een gezaghebbende opvoedingsstijl. Er zijn regels en grenzen die duidelijk gecommuniceerd worden, maar de toon blijft positief. Je legt de nadruk op wat je kind goed doet, maar grijpt ook in als je kind ongewenst gedrag laat zien.
De vijf basisprincipes van opvoeden
Bij opvoeden zijn er een aantal basisprincipes belangrijk. Volgens de methode van positief opvoeden, vormen zij de kern van de opvoeding. Deze principes zijn voor ieder kind belangrijk.4
- Een veilige, stimulerende omgeving
Iedere opvoeding begint met het creëren van een veilige thuishaven. Dit betekent dat je jouw kind zowel fysiek als mentaal uitdaagt, maar wel in een veilige omgeving. Je zorgt bijvoorbeeld dat giftige schoonmaakmiddelen niet in het zicht staan, en dat je kind niet zomaar van de trap kan vallen. Daarnaast let je op wat jouw kind kan, en zorg je ervoor dat je speelgoed hebt dat daarbij past. - Laten leren door aanmoedigingen
Je moedigt je kind aan om zelf te leren. Ook stimuleer je het gedrag dat je graag wilt zien. Je laat bijvoorbeeld zien hoe het moet: dan kan je kind het daarna zelf proberen. En als het dan fout gaat, is dat nog geen probleem. Fouten maken hoort erbij. - Een aansprekende discipline hanteren
Je spreekt je kind aan op bepaalde afspraken en grenzen. Vervolgens grijp je in als het even misgaat. Een regel kan zoiets simpels zijn als ‘eten en drinken mag alleen aan tafel.’ Het is belangrijk om de afspraken telkens te herhalen. - Realistische verwachtingen hebben
Het is de bedoeling dat je niet teveel, maar ook niet te weinig verwacht. Het gaat erom dat je rekening houdt met de manier en het tempo waarop jouw kind zich ontwikkelt. Dit is bij ieder kind anders. - Goed op jezelf letten
Een kind opvoeden kost veel tijd en energie. Het is dus belangrijk om jezelf toe te staan om zo je rustmomenten te pakken. Daarnaast is het belangrijk om je leefstijl in de gaten te houden. Dit betekent dat je bewust bezig bent met slaap, voeding, omgaan met stress en bewegen.
Het zal je waarschijnlijk niet lukken om altijd aan deze basisregels te voldoen. Dat hoeft ook helemaal niet. Het belangrijkste is dat je ze wel nastreeft. Uiteindelijk zullen deze principes samen de opvoeding positief stimuleren.
Zes tips voor een gezonde opvoeding
Opvoeden is voor iedereen verschillend. Toch zijn er wel een aantal tips die bijdragen aan een positieve relatie tussen jou en je kind. Daardoor is de kans ook groter dat jouw kind zich op een positieve manier ontwikkelt.
- Bepaal welke normen en waarden je doorgeeft
Je zult het ongetwijfeld vroeger niet altijd eens geweest zijn met je eigen ouders. Maar met sommige dingen juist wel. Daarom is het belangrijk om zelf dat onderscheid te maken: wat geef je door aan je kind, en wat niet? - Geef jezelf niet altijd de schuld
Geen enkele ouder is perfect. Er bestaat ook geen perfecte manier van opvoeden. Soms maak je wel eens fouten, of had je het achteraf anders willen doen. Het belangrijkste is dat je dit erkent. - Waardeer de kleine momenten
Door de waan van de dag vergeet je misschien om stil te staan bij het moment. Als je kind even naar je lacht, je hand vastpakt of blij is. Of net een nieuw woordje heeft geleerd. - Zoek de reden achter die huilbui
Is je kind een keer stevig aan het huilen of zondert het zichzelf af, kijk dan voorbij dit gedrag. Soms is er een reden voor, zoals moeheid, angst of verdriet. Dan is het beter om aandacht te geven aan die emotie. - Voorkom verveling
Kinderen hebben vaak veel behoefte aan prikkels. Wanneer je kind niets te doen heeft, kan dat zeuren tot gevolg hebben. Zorg er daarom voor dat je genoeg knutselspullen in huis hebt waarmee je kind kan spelen. Of help je kind met het bedenken van een idee of verhaal. - Kies voor een vraag of geef keuzes (binnen jouw grenzen)
Soms weigert je kind om iets te doen wat jij wil. Een bevel geven (zoals: ‘doe nu je schoenen aan!’) kan dan nog meer weerstand oproepen. In plaats daarvan kun je jouw kind vragen om iets te doen. Of, als dat niet werkt, twee keuzes geven: doe je eerst je schoenen aan, of eerst je jas? Je geeft je kind dan controle, maar wel binnen jouw eigen grens.
Hulp bij de opvoeding, is dat nodig?
Om de opvoeding als geheel beter te snappen, is het goed om een stukje terug in de tijd te gaan.
Vroeger was er minder wetenschappelijke kennis over de opvoeding dan nu. Er werd meer uitgegaan van eigen inzichten. Het was vanzelfsprekender dat je bijvoorbeeld voor je nichtje zorgde. Ook kon je zien hoe andere familieleden het deden, en op die manier het kunstje afkijken.
Er waren vroeger meer grote, traditionele gezinnen. Pas veel later zag je de komst van kleinere gezinnen. Daarnaast kregen steeds meer mensen op latere leeftijd een kind.´
Nog steeds is je eigen gevoel leidend bij het overbrengen van normen en waarden. Je pakt er niet zomaar een wetenschappelijke studie bij als je kind zich anders gedraagt dan je zou willen. Veel gedragsproblemen bij kinderen zijn de laatste vijftien jaar verdubbeld, terwijl de wetenschappelijke kennis er juist op vooruit is gegaan. Meer wetenschappelijke kennis betekent dus niet automatisch ook minder opvoedissues.
Toch is de opvoeding ‘uit ervaring’ nu grotendeels ingeruild voor opvoedboeken, sites en methodieken.5 Maar de vraag is eigenlijk: zijn al die opvoedboeken en goeroes wel nodig? Je kent je kind zelf het beste, dus weet je dan ook niet hoe je zelf het beste op kunt voeden?
Het antwoord hierop kan verschillend zijn. Sommige ouders hebben er echt baat bij om vanuit een professionele hoek hulp te krijgen, simpelweg omdat ze er zelf niet uitkomen. Weer andere ouders zijn sceptisch, of ervaren eigenlijk weinig tot geen blijvende gedragsproblemen. Het ligt er dus maar net aan waar jij behoefte aan hebt én waar jouw kind behoefte aan heeft.
Opvoeden blijft dus een kwestie van uitproberen wat werkt. Dat is voor iedereen anders. Als ouder mag (en moet!) je daarin soms fouten maken.